Ik schrik me dood

Ik schrik me dood

“Ik schrik me dood…” is een vaak gehoorde uitroep, maar meestal ook lachend gedaan. Toch worden we minder laconiek een paar keer per jaar opgeschrikt door het plotseling overlijden van een sporter – het komt 150 tot 200 keer voor. Nu weten we wel, dat het, vooral in Nederland (?), de laatste jaren mode is om alle ongemak en ongelukken die we maar kunnen bedenken hermetisch van ons verre proberen te houden, proberen te voorkomen, of er ons in ieder geval voor, of tegen te verzekeren – het is langzamerhand tijd dáár de dokter eens over te raadplegen… Wie de schoen past, trekke hem aan, zeggen we dan nu maar.  En komen toch terug op het (risico van het) plotseling overlijden van een sporter door hartdood.

De oorzaak van plotse hartdood is sterk afhankelijk van de leeftijd van de sporter. Bij sporters jonger dan 35 jaar is dit meestal het gevolg van een aangeboren hartafwijking. Bij sporters ouder dan 35 jaar betreft het bijna altijd een vernauwing van de kransslagaders die het hart van bloed voorzien. Hierdoor kan er niet voldoende zuurstof naar de hartspier gevoerd worden en kan een hartinfarct optreden. In 80% van de gevallen is plotse hartdood tijdens of vlak na sporten het gevolg van een hartinfarct. Eigenlijk is sport dus niet zozeer de oorzaak van de acute hartdood, maar het onderliggende hartlijden.
Wat kun je nu zelf doen? Een eenvoudige test gebruiken bijvoorbeeld, via de internetsite Sportzorg.nl : er is een vragenlijst ontwikkeld die jou kan helpen te bepalen of je risico loopt op plotse hartdood bij sportieve activiteiten. Ga naar de vragenlijst op sportzorg.nl.

En verder: gebruik je gezonde verstand, luister naar je lichaam en sport ze.

(Bron: sportzorg.nl van 22-10-2014, de voorlichtingswebsite van Sportgeneeskunde Nederland.)

Red. Sport&Gezondheid